Je kunt je haast geen gevecht voorstellen waarbij geen slag valt. Het is dan ook niet verwonderlijk dat er binnen het hapkido veel aandacht is voor slag-, stoot en afweertechnieken. In het Koreaans noemen we dit onderdeel van hapkido; gwonbeop.
Slaan met je heupen

In hapkido leer je hoe je vanuit je heupen kunt stoten. Wat bedoelen we daar nou precies mee. In veel traditionele stijlen zie je dat de hand in de heup worden gehouden en van daaruit de arm naar voren wordt gebracht. Als oefening heeft dit zeker waarde, maar praktisch gezien is het gevaarlijk om je dekking laag te houden.
Met slaan vanuit je heupen bedoelen we dat de beweging van een stoot vanuit de heupen en voetwerk begint. De kracht uit je heupen wordt via borst, schouders en elleboog overgebracht naar de hand. De vorm van je hand bepaalt het type slag. Een vuist wordt bijvoorbeeld een stoot, een gestrekte hand een meshand-slag.
Doel
De stelregel is ‘hard op zacht, zacht op hard’. Hier bedoelen we mee dat wanneer je op een zacht deel van het lichaam slaat, bijvoorbeeld de buik, je hand bij impact gespannen is. Denk bijvoorbeeld aan het plaatsen van een vuiststoot op de lever. Sla je op een lichaamsdeel dat van nature hard is, bijvoorbeeld het hoofd, dan houd je je hand ontspannen. Een slag met je handpalm naar het hoofd is hiervan een goed voorbeeld.
Bij het plaatsen van een slag op een drukpunt, gebruik je vaak slechts één vinger of knokkel. Deze slagen vereisen een hoge mate van precisie.
Makgi
Afweren, ontwijken, blokkeren en dekking houden. In het Koreaans vallen ze onder de noemer ‘makgi’. Afweren wordt een ‘makkie’ wanneer je begint met een goede dekking.